Christelijke feestdagen

Goede Vrijdag

Goede Vrijdag is de vrijdag voor Pasen. Op deze dag herdenken we de kruisiging en dood van Jezus. Jezus werd veroordeeld tot de kruisdood door de Romeinse stadhouder Pontius Pilatus, op aandrang van het sanhedrin. Deze straf werd voltrokken op de heuvel Golgotha nabij de stad Jeruzalem.

De betekenis van de dood van Jezus ligt in het offer dat Jezus heeft gebracht. Zijn dood wordt gezien als een offer. De offers in het Oude Testament moeten gezien worden als een voorafschaduwing van of vooruitzien naar de dood van Jezus. De geofferde dieren (vooral de lammeren) wezen er al op dat voor betaling van de schuld bloed nodig is. Johannes de Doper heeft Jezus aangewezen als het Lam van God. Door zijn dood heeft Jezus de schuld van de zonde betaald. Daardoor heeft Jezus ook Satan overwonnen. Daarom herdenken we op Goede Vrijdag de verlossing van de zonde en de overwinning op de duivel. De kruising van Jezus is beschreven in Markus 15

22 Ze brachten Hem naar de plek die Golgota heet. Dat betekent ‘Schedelplaats.’ 23 Ze wilden Hem wijn gemengd met mirre te drinken geven. Maar Hij wilde die niet drinken. 24 Toen spijkerden ze Hem aan het kruis. En ze verdeelden zijn kleren door erom te loten. 25 Het was negen uur ’s morgens toen ze Hem aan het kruis hingen. 26 Boven zijn hoofd hing een bord waarop stond waarom Hij de doodstraf had gekregen. Er stond op: ‘De koning van de Joden.’
27 Samen met Hem kruisigden ze twee moordenaars. De één links en de ander rechts van Hem. 28Zo gebeurde wat al in de Boeken stond: ‘Hij werd als een misdadiger behandeld.’ 29 De mensen die voorbij kwamen, scholden Hem uit. Ze schudden spottend hun hoofd en zeiden: “Hé, Jij die de tempel afbreekt en in drie dagen weer opbouwt! 30 Red Jezelf en kom van dat kruis af!” 31 De leiders van de priesters en de wetgeleerden zeiden hetzelfde. Ze zeiden ook: “Anderen heeft Hij gered, maar Zichzelf kan Hij niet redden. 32 Laat de Messias, de koning van Israël, maar eens van dat kruis af komen! Dan zullen we in Hem geloven.” Ook de mannen die samen met Hem waren gekruisigd zeiden zulke dingen tegen Hem. 33 Vanaf ongeveer twaalf uur werd het helemaal donker in het hele land. Dat duurde tot ongeveer drie uur ’s middags. 34 Toen riep Jezus luid: “Eloï, Eloï, lama sabachtani!” Dat betekent: ‘God, mijn God, waarom heeft U Mij verlaten?’ 35 Een paar mensen die erbij stonden, zeiden: “Hoor, Hij roept Elia!” 36Eén van de mensen liep naar Hem toe. Hij doopte een spons in zure wijn, stak die op een stok en gaf Hem te drinken. Hij zei: “Wacht even. Dan zullen we zien of Elia komt om Hem er af te halen.” 37 Maar Jezus gaf een luide schreeuw en stierf. 38 Op dat moment scheurde het gordijn  in de tempel van boven naar beneden in tweeën. 39 De legerhoofdman die tegenover Jezus stond, zag hoe Jezus stierf. Hij riep uit: “Ja, dit was écht Gods Zoon!” 40 Er stonden in de verte ook vrouwen toe te kijken. Dat waren onder andere Maria Magdalena, Maria de moeder van Jakobus de jongere en van Joses, en Salome. 41 Ze waren Jezus gevolgd en hadden Hem gediend toen Hij in Galilea was. Er stonden ook nog veel andere vrouwen die met Hem waren meegereisd naar Jeruzalem.


Pasen

Met Pasen vieren we de opstanding van Here Jezus uit de dood. Dit gebeurden op de tweede dag na zijn kruiziging. Pasen duurt twee dagen en wordt gevierd op een zondag en maandag. Beide dagen worden wel afzonderlijk eerste en tweede paasdag of paaszondag en paasmaandag genoemd. De opstanding van Jezus staat beschreven in Markus 16.

1 Toen de heilige rustdag voorbij was, kochten Maria Magdalena en Maria, de moeder van Jakobus, en Salome specerijen en olie om Jezus’ lichaam te gaan zalven. 2 Heel vroeg op de eerste dag van de week  gingen ze naar het graf. De zon kwam net op. 3 En ze zeiden tegen elkaar: “Wie zal voor ons de steen wegrollen die voor de ingang van het graf ligt?” 4 Toen ze opkeken, zagen ze dat de steen al weggerold was. Het was een heel grote steen. 5 Ze gingen het graf binnen. Daar zagen ze aan de rechterkant een jongeman zitten in witte kleren. Ze schrokken heel erg. 6 Hij zei tegen hen: “Schrik maar niet! Jullie zoeken Jezus uit Nazaret, die gekruisigd is. Maar Hij is opgestaan uit de dood. Hij is hier niet. Kijk, dit is de plek waar ze Hem hadden neergelegd. 7 Maar ga nu naar de leerlingen en naar Petrus. Zeg tegen hen dat Hij voor hen uit zal reizen naar Galilea. Daar zullen jullie Hem zien, zoals Hij jullie heeft gezegd.” 8 Ze gingen zo snel mogelijk naar buiten en vluchtten weg van het graf, bevend van angst. En ze durfden tegen niemand iets te zeggen.9 Toen Jezus ’s morgens vroeg op de eerste dag van de week uit de dood was opgestaan, liet Hij Zich eerst aan Maria Magdalena zien. Vroeger had Hij zeven duivelse geesten uit haar weggejaagd. 10 Ze ging weg en vertelde aan de leerlingen die bij Hem waren geweest, dat ze Jezus had gezien. Ze zaten diepbedroefd over Hem bij elkaar. 11 Toen ze hoorden dat Hij leefde en dat Maria Hem gezien had, geloofden ze haar niet. 12 Daarna liet Hij Zich zien aan twee van zijn leerlingen die op weg waren naar hun akker. Maar Hij zag er anders uit. 13 En ook zij gingen het aan de anderen vertellen. En weer geloofden ze het niet.  
14 Daarna liet Hij Zich aan de elf leerlingen zien terwijl ze aan het eten waren. Hij zei streng tegen hen dat ze ongelovig en eigenwijs waren. Dat zei Hij omdat ze de mensen die Hem hadden gezien nadat Hij uit de dood was opgestaan, niet hadden willen geloven.
 


Hemelvaart

Met Hemelvaart herdenken we dat Jezus is opgevaren ten hemel. Hij nam na zijn opstanding afscheid nam van zijn leerlingen en uiteindelijk opsteeg naar de hemel om bij Zijn Vader te zijn. Bij dit feest kijken we natuurlijk ook vooruit naar de tijd dat Christus op aarde zal terugkeren. Hemelvaart is 40 dagen na Pasen en valt dus altijd op een donderdag.
Dit na te lezen in Handelingen 1,1-11

1 Teofilus, in mijn eerste boek heb ik je geschreven over alles wat Jezus heeft gedaan en aan de mensen heeft geleerd voordat Hij naar de hemel ging.  2 Voordat Hij naar de hemel ging, leerde Hij door de Heilige Geest nog allerlei dingen aan de leerlingen die Hij had uitgekozen. 3 Want nadat Hij uit de dood was opgestaan, liet Hij zich nog vaak aan de leerlingen zien. Pas na 40 dagen ging Hij naar de hemel. Tijdens die 40 dagen sprak Hij met de leerlingen over allerlei dingen die met het Koninkrijk van God te maken hebben. Ook deed Hij nog heel veel wonderen.4 Toen Hij op een keer bij hen was, zei Hij tegen hen dat ze niet uit Jeruzalem mochten weggaan. Hij zei dat ze in Jeruzalem moesten blijven wachten op wat de Vader beloofd had. “Ik heb jullie al verteld wat die belofte is,” zei Jezus. 5 “Johannes doopte met water. Maar binnenkort zullen jullie met de Heilige Geest worden gedoopt.”  6 De mensen die daar bij Hem waren, vroegen Hem: “Heer, gaat U er nú voor zorgen dat Israël weer een eigen koninkrijk wordt?”  7 Hij antwoordde: “Het gaat jullie niet aan wanneer dat gaat gebeuren. Alleen de Vader weet dat. Hij bepaalt wanneer dat zal zijn. 8 Maar jullie zullen de Heilige Geest krijgen. Hij zal jullie kracht geven. Dan zullen jullie aan de mensen gaan vertellen wat jullie van Mij hebben gezien en gehoord. Eerst in Jeruzalem, dan in heel Judea en Samaria en daarna in de hele wereld.” 9 Hierna zagen ze hoe Hij opsteeg naar de hemel. Toen kwam er een wolk en ze zagen Hem niet meer. 10 Ze bleven naar de lucht staan staren. Plotseling stonden er twee mannen in witte kleren bij hen. 11 Ze zeiden: “Mannen uit Galilea, waarom staan jullie naar de lucht te staren? Jullie hebben gezien hoe deze Jezus bij jullie is weggegaan naar de hemel. Op dezelfde manier zal Hij weer terugkomen.”


Pinksteren

Met pinksteren herdenken we de uitstorting van de Heilige Geest. Deze geschiedenis wordt beschreven in het Nieuwe Testament in de Handelingen der Apostelen hoofdstuk 2 vers 1-6. Pinksteren is 50 dagen na Pasen (en dus 10 dagen na Hemelvaart).

1 Op het Pinksterfeest  waren ze allemaal bij elkaar. 2 Plotseling was er een geluid alsof er een stormwind door het hele huis waaide. 3 En er waren een soort van vuurvlammen te zien. Dat vuur verdeelde zich en kwam op hen allemaal. 4 En ze werden allemaal vol van de Heilige Geest en begonnen allemaal in andere talen te spreken. Het waren talen die Gods Geest hun gaf.5 In Jeruzalem woonden godsdienstige Joden uit alle volken van de wereld. 6 Toen ze het geluid hoorden, kwamen ze allemaal kijken. En ze waren heel verbaasd. Want iedereen van al die verschillende volken hoorde de twaalf apostelen in zijn eigen taal spreken. 7 Stomverbaasd zeiden zij: “Die mannen daar zijn toch allemaal Galileeërs? 8 Hoe kan het dan dat we hen in onze eigen taal horen spreken? 9 Want we zijn hier met Parten, Meden, Elamieten, bewoners van Mesopotamië, Judea, Kapadocië, Pontus, Asia, 10 Frygië, Pamfilië, Egypte en de streken van Lybië bij Cyrene, en Romeinen, Joden en mensen die zich tot het Joodse geloof hebben bekeerd, 11 Kretenzers en Arabieren. En we horen allemaal die mannen daar in onze eigen taal vertellen over de geweldige dingen die God heeft gedaan.” 12 Ze waren stomverbaasd. Ze wisten niet wat ze ervan moesten denken. Ze zeiden tegen elkaar: “Wat is hier toch aan de hand?” 13 Maar andere mensen zeiden spottend: “Ze hebben gewoon te veel gedronken.”


Kerst

Met het kerstfeest vieren we de geboorte van Jezus. Ongeveer 2000 jaar geleden werd Jezus Christus geboren. Het klassieke kerstverhaal laat ons zien hoe Jezus geboren werd in een stal. Geen wieg was er voor Hem weggelegd, het enige dat gebruikt kon worden was een voederbak. Het verhaal over de geboorte van Jezus is te vinden in Lucas 2 in het Nieuwe Testament .

In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. Jozef ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde, om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad. Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken. De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de messias, de Heer. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt.’ En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: ‘Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.’ en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft. Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Laten we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’ Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken. De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd. (NBV Nieuwe Bijbel Vertaling)



Bron: de Bijbel